1. Herken directe én indirecte vormen van discriminerend gedrag.Het is je taak als leidinggevende om zowel directe als indirecte vormen van discriminerend gedrag tijdig te herkennen en te voorkomen. Soms is dit niet zo moeilijk, denk aan:
Maar uitspraken of gedragingen kunnen ook op indirecte wijze tot een discriminerende situatie leiden. Uitlatingen die gebeuren onder het mom van humor bijvoorbeeld, zijn vaak niet gemakkelijk te herkennen. Ze kunnen echter het beginpunt zijn van een discriminerende houding of discriminerend gedrag. Wettelijk gezien kunnen herhaalde uitlatingen van deze aard beoordeeld worden als discriminerende pesterijen en dus strafbaar zijn. 2. Reageer élke keer en op ondubbelzinnige wijze.Om een einde te maken aan dit soort ongewenste uitlatingen of gedrag, moet je als teamleider elke keer en op een ondubbelzinnige wijze reageren. Reageer snel om te voorkomen dat mogelijks discriminerende uitspraken een gewoonte worden en elk personeelslid zich in zijn eigenheid gerespecteerd blijft voelen. Een adequate reactie draagt bij tot een werkklimaat dat aandacht heeft voor het welzijn van je medewerkers. Het zorgt er ook voor dat je het wettelijk kader respecteert. 🚩 Reageer in eigen naam!Maak duidelijk dat dit jou standpunt (en dat van de onderneming) is en reageer niet in de plaats van het slachtoffer. Zeg bijvoorbeeld: "Ik vind dit een totaal ongepaste opmerking. Zo gaan wij hier niet met elkaar om." 3. Duid het kader.Breng indien nodig het juridisch kader in herinnering, zoals bijvoorbeeld de antidiscriminatiewetgeving en de welzijnswet. Of doe - indien mogelijk - beroep op een deontologische code, een non-discriminatie clausule uit het arbeidsreglement,… Bestaat er in je onderneming nog geen duidelijk kader? Kaart dit dan aan bij het management. Een duidelijk kader is nodig om je te ondersteunen in je rol als leidinggevende én het helpt andere betrokkenen die getuige zijn van ongepaste uitspraken of gedrag (zoals werknemers of klanten). Dit kan gebeuren door middel van een welzijnsbeleid dat focust op preventie, een charter of een clausule in het arbeidsreglement, een ethische code,... 4. Laat je sensibiliseren en ondersteunen.
» Tips voor de leidinggevende om een nieuwe collega goed te onthalen - Ga (terug) naar: De drie fasen van een goed onthaal |
Je bent hier: |
|||||||||||||||||||||||||||||
Een nieuwe collega verwelkomen |
||||||||||||||||||||||||||||||
Diversiteitsvragen behandelen | ||||||||||||||||||||||||||||||
Reageren op discriminerend gedrag | ||||||||||||||||||||||||||||||
Omgaan met humor | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De drie fasen van een goed onthaal | ||||||||||||||||||||||||||||||
|