Je leidt een vereniging en verneemt dat één van je medewerkers regelmatig naar zijn collega's racistische grappen mailt. Hij stuurt hen ook dit soort van berichten via sociale media (Facebook, Twitter, enz.).
In een democratie zijn kwetsende, schokkende en verontrustende woorden volgens het Europees Hof van de Rechten van de Mens toelaatbaar; de algemene regel is de vrijheid van meningsuiting.
De vrijheid van meningsuiting geldt evenwel niet absoluut, vooral niet in een werkomgeving waar de werknemers worden geacht samen te werken aan gemeenschappelijke projecten.
Dit soort gedrag kan de vorm van racistische pesterijen en intimidatie aannemen, die bij wet verboden zijn.
Bovendien is dit soort gedrag helemaal niet professioneel en in het algemeen niet wenselijk in het kader van het welzijn op het werk. Als verantwoordelijke ben je aansprakelijk als één van je personeelsleden racistisch en intimiderend pestgedrag vertoont ten aanzien van andere werknemers/-neemsters.
Het is jouw taak om dit soort van incidenten zo snel mogelijk onder controle te krijgen, vooral als je een gezagsfunctie uitoefent, door erop toe te zien:
Haatdragende uitingen verspreiden zich vandaag viraal op het internet (Forums, Facebook, ...). Het is uitgegroeid tot één van de eerste bronnen van klachten en meldingen bij Unia.
Deze berichten zijn niet alleen potentieel onwettelijk, maar druisen zonder twijfel in tegen de waarden van de onderneming en kunnen zodoende haar imago besmeuren.
Het is nodig de werknemer/-neemster tot de orde te roepen en de andere medewerkers te sensibiliseren over het belang van sociale media en boodschappen die kunnen leiden tot conflicten op het werk. De samenhang van een team is een primordiale factor om rendabel te kunnen werken.