Een statutair personeelslid en vakbondsafgevaardigde heeft in zijn kantoor een reeks oude affiches van antiklerikale propaganda opgehangen. Verscheidene medewerkers deelden mee dat ze zich daar ongemakkelijk bij voelden. Als manager vraag je hem de affiches te verwijderen. Hij weigert en geeft als reden dat hij geen klanten ontvangt in zijn kantoor. Hij roep zijn recht op vrijheid van meningsuiting en overtuiging in zijn persoonlijke kantoor in.
De neutraliteit van openbare gebouwen, die open staan voor het publiek, houdt gelijke toegang in voor de gebruikers van deze gebouwen en dus hun vrije toegang. Deze vrije toegang houdt in dat, om het geweten van deze gebruikers niet te kwetsen, deze plaatsen zo neutraal mogelijk moeten zijn. In die zin moeten de tekenen van geloofs- of levensovertuiging worden verwijderd uit elk gebouw, waar een openbare dienst wordt verleend.
Het principe van de afwezigheid van religieuze tekenen of symbolen in alle overheidsinstellingen geeft concreet gestalte aan de neutraliteit van de staat, ook op symbolisch gebied.
Er zijn evenwel verscheidene uitzonderingen mogelijk:
Met dit in het achterhoofd moet het geval per geval worden beoordeeld, waarbij rekening moet worden gehouden met de context van de overheidsdienst (bv.: media, artistieke dienst, bibliotheek, academie, onderwijs…).
Als verantwoordelijke is het belangrijk om de werknemers/-neemsters erop te wijzen dat hun vrijheid van meningsuiting niet absoluut is en dat een aantal ideologische standpunten hun collega's kunnen kwetsen.
Uiteraard kunnen eventuele stereotypes en vooroordelen van de werkcollega's geen rechtvaardiging zijn voor een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Als manager is het jouw taak de interne samenhang en het evenwicht in de teams te vrijwaren en te waken over het respect voor de gevoeligheid en het welzijn van iedereen.
Het arbeidsreglement moet uitdrukkelijk de deontologische verplichtingen vermelden van de werknemers/-neemsters, die klanten in hun kantoor ontvangen. Idealiter somt het ook de plaatsen op, die buiten de neutraliteitsverplichting vallen.