Je bent in je onderneming verantwoordelijk voor de rekrutering. Er is een functie vacant in de logistieke dienst en de ploegbaas geeft het profiel voor de functie door. De functies worden beschreven en bij de eisen vermeldt de ploegbaas dat hij geen "excentrieke" kandidaten wil omdat zijn team bestaat uit erg viriele medewerkers. Tijdens de selectie wijs je onmiddellijk een verwijfde, vermoedelijk homoseksuele kandidaat af door te zeggen: "Het spijt me, maar ik denk dat het moeilijk zal worden om je in het team te integreren. Je houding laat geen twijfel bestaan over je seksuele oriëntatie en er zullen grappen over je worden gemaakt."
Het betreft een direct onderscheid op grond van het beschermde criterium van de seksuele oriëntatie. Aangezien dit onderscheid niet door een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste (=absoluut noodzakelijke voorwaarden voor de functie) is gerechtvaardigd, staat de directe discriminatie vast.
Naast diegene die de discriminatie feitelijk uitvoert, is ook diegene die iemand anders opdracht geeft om te discrimineren in het kader van arbeidsbetrekkingen mede-aansprakelijk.
Als personeelsverantwoordelijke zou het interessant kunnen zijn om je de volgende vragen te stellen: waarom deze kandidaat weigeren? Vrees je dat hij zich niet in het team zal kunnen integreren? Denk je dat deze medewerker voor specifieke problemen zou kunnen zorgen? Zou hij minder productief zijn? Zouden je klanten hem niet aanvaarden? Heb je omwille van slechte ervaringen misschien een negatief beeld van homoseksuele mensen?
Vermijd veralgemeningen en kijk naar de voordelen die diversiteit voor je onderneming kan inhouden.
Hoe dan ook, wanneer je merkt dat medewerkers zich ongepast gedragen ten overstaan van een van hun collega's (plagerijen, misplaatste grappen, intimidatie…), dan moet je ingrijpen en duidelijke grenzen stellen teneinde het welzijn van ieder lid van het team te waarborgen.