Een medewerkster van je onderneming die steeds goed heeft gepresteerd, is moeder geworden. Ze keert terug uit bevallingsverlof. Nu ze stipt op tijd vertrekt om haar kind op te pikken in de crèche vind je dat ze minder beschikbaar is. Je zou haar willen ontslaan door te verwijzen naar haar capaciteiten, zonder meer duidelijkheid te verschaffen. Kun je dat?
In dit geval maakt de werkgever/-geefster zich, door de werkneemster te ontslaan, schuldig aan directe discriminatie op grond van het geslacht.
Als werkgever/-geefster moet je opletten met de wetten die het moederschap beschermen. Het ontslagrecht is beperkt "vanaf het ogenblik dat de werkgever/-geefster op de hoogte wordt gesteld van de zwangerschap". De beschermingsperiode dekt de resterende tijd van de zwangerschap en het bevallingsverlof, dit wil zeggen het verplicht verlof. De beschermingsperiode dekt eveneens het facultatieve prenatale verlof dat de werkneemster heeft uitgesteld en de eventuele verlengingen die het gevolg zijn van een bevalling van meerlingen en de hospitalisatie van de pasgeborene. De beschermingsperiode loopt na het einde van het verlof nog een maand door.
Tijdens de beschermde periode kan de werkgever/-geefster de werkneemster alleen ontslaan omwille van redenen die los staan van de fysieke toestand die het gevolg is van de zwangerschap of de bevalling. De bewijslast voor deze redenen ligt bij de werkgever/-geefster. In dit geval kan de werkneemster zich beroepen op een vermoeden van discriminatie: kort na haar terugkomst uit bevallingsverlof wordt ze ontslagen. Het is dan aan jou om aan te tonen dat je haar ontslagen hebt om redenen, die los staan van de fysieke toestand die het gevolg is van de zwangerschap of de bevalling.
Een medewerkster die moeder wordt, staat niet noodzakelijkerwijze synoniem voor problemen. Je hebt er belang bij om deze medewerkster, die steeds goed heeft gepresteerd, te houden.
Het is in de eerste plaats een kwestie van organisatie en planning: