Als bedrijfsleider van een bloeiend bedrijf wil je een commercieel medewerker/-werkster aanwerven. Naomi, van Japanse origine, is ervan overtuigd dat zij voldoet aan de functievereisten en solliciteert. Zij is gehuwd met een Belg, heeft haar opleiding in België genoten, woont al lang in Brussel en mag werken. Je geeft evenwel de voorkeur aan een homogeen Europees personeelsbestand en je schrijft haar de volgende e-mail: "Jammer genoeg kunnen wij u niet uitnodigen voor een selectiegesprek. In onze onderneming dienen alle medewerkers een Europese nationaliteit te hebben."
Het nationaliteitscriterium is beschermd door de Antiracismewet. Sollicitanten afwijzen omwille van hun nationaliteit, kan enkel als de werkgever hiermee een legitiem doel nastreeft. De nationaliteit moet bovendien een passend én noodzakelijk middel zijn om dit doel te verwezenlijken.
In dit geval is het nastreven van een een homogeen personeelsbestand op zich geen geoorloofde doelstelling. Een legitiem doel moet te maken hebben met de bedrijfsvoering (arbeidsorganisatie, veiligheid en hygiëne, welzijn op het werk,...) en moet voldoende zwaarwichtig zijn om het grondrecht op gelijke behandeling te kunnen beperken. De Japanse vrouw in kwestie heeft geen werkvergunning nodig.