Ga naar hoofdinhoud

Zediger uniform

Je bent verantwoordelijke van een rusthuis, dat afhangt van een OCMW. Je beslist om het uniform te veranderen: voortaan zal dat bestaan uit een korte vest en een lange broek. Je neemt het dragen van het uniform op in het arbeidsreglement, waardoor het een algemene regel wordt, die van toepassing is op het volledige personeel. Het nieuwe uniform is relatief nauw aansluitend aan het lichaam. Een verzorgster vraagt je om een langer jasje te mogen dragen of een tuniek over de broek of een ander breder kledingstuk, dat haar achterwerk zou bedekken: zij beschouwt dit als een voorschrift van haar godsdienst. Wat antwoord je?


Juridisch antwoord

Bij het aannemen van een dergelijke algemene maatregel (een nauw aansluitend uniform), loop je het risico, zelfs als je niet de bedoeling hebt, om een situatie van indirecte discriminatie op basis van religieuze overtuiging te creëren.

Je kunt dit type van algemene regel niet toepassen, tenzij deze wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

In dit geval zijn herkenbaarheid van het personeel en de hygiëne legitieme doelen, maar je kunt die doelen ook bereiken met een langer kledingstuk of een grotere maat van het uniform.

Advies aan de manager

Het is belangrijk om bij het invoeren of het wijzigen van het arbeidsreglement de voorkeur te geven aan een proces van onderhandeling met de vertegenwoordigers van het gehele personeel en met de sociale partners in het kader van overlegorganen (ondernemingsraad,...).

Tijdens een dergelijke onderhandeling moet dan aandacht gegeven worden aan de verzoeken tot aanpassing van de regel (in dit geval het uniform), los van hun eventuele religieuze aard. Bij de versoepeling van een regel moet het zoeken naar de eventuele meerwaarde voor het geheel van de medewerkers voorop staan.

In dit perspectief heeft het OCMW van Mechelen voor de medewerkers van zijn rusthuizen een aanpassing van het uniform aangenomen, die voorziet in een lange vest en een sluier voor wie dit wenst. Deze aanpassing werd doorgevoerd om het verzoek van enkele medewerkers te objectiveren in het belang van iedereen. Zo kunnen de medewerksters, die om religieuze, medische of esthetische redenen er de voorkeur aan geven om hun hoofd of hun achterwerk te bedekken, dat ook doen. Elke sluier en elke vest is identiek en identificeerbaar. Alle medewerksters conformeren zich op die manier aan het systeem van de werkgever/-geefster.

© Unia • Interfederaal Gelijkekansencentrum • www.ediv.be