Een jonge stagiaire werkt met een hoofddoek in de jeugdwerking die je leidt. Zij staat in contact met het publiek (12-18 jaar), zonder dat er ooit problemen waren. Er komt een post van animator vrij en zij denkt dat dit iets voor haar is. De raad van bestuur weigert evenwel haar kandidatuur omdat zij niet neutraal voorkomt wegens het feit dat zij een teken van geloofs- of levensovertuiging draagt.
Als een werkgever of een werkgeefster weigert om een werkneemster in dienst te nemen die een hoofddoek draagt en het arbeidsreglement bevat geen verbod op het dragen van levensbeschouwelijke tekenen, maakt hij of zij zich schuldig aan directe discriminatie als hij geen wezenlijke en bepalende beroepsvereiste kan inroepen (absoluut onmisbare voorwaarden voor de functie) en/of deze verbodsregel niet in verhouding staat tot het beoogde doel. Meer informatie over wezenlijke en bepalende beroepsvereiste vind je hier.
In dit geval maakt de Raad van bestuur door de kandidate te weigeren, zich volgens de wet schuldig aan discriminatie.
Dé belangrijke vraag hier is of de neutraliteit van voorkomen moet worden opgelegd als een essentiële voorwaarde voor de beroepstaken, om de pedagogische doelstellingen waar te maken, als men een opvoedkundig referentiepunt is voor een adolescent publiek.
In de sector van de jeugdorganisaties geeft de overheid goedkeuringen onder voorbehoud van het naleven en uitvoeren van bepaalde eisen (democratie, emancipatie, kritische geest, solidariteit, enz.). Er wordt niet uitdrukkelijk melding gemaakt van een voorafgaande eis van neutraliteit van voorkomen. Zoals voor elke werknemer/-neemster met een opvoedkundige taak, is evenwel onpartijdigheid vereist (gelijke afstand, billijkheid) en de openheid van de jongeren voor alle wereldvisies behoort tot de opvoedkundige taken. Dat is een wezenlijke en bepalende vereiste.
Je kunt geen absoluut en algemeen verbod op het dragen van een teken van geloofs- of levensovertuiging uitvaardigen voor een professionele jeugdwerker/-werkster (loontrekkende, vrijwilliger of stagiair). Laatstgenoemde moet echter een aantal essentiële en doorslaggevende beroepsvaardigheden kunnen aantonen in het kader van zijn/haar taken.
De jeugdleider/-leidster, opvoeder/opvoedster wordt een referentievolwassene in het parcours van de jongeren. De sector hecht daarom enorm veel belang aan de vaardigheid om je onpartijdig te kunnen opstellen. Het is een essentiële en doorslaggevende vaardigheid voor deze functie.
Als verantwoordelijke eis je dat alle leden van het team met dezelfde functie (jeugdwerkers, sportopvoeders) dezelfde rechten en plichten hebben, ongeacht of ze vrijwilligers, stagiairs of vaste loontrekkenden zijn. Ze moeten voldoen aan dezelfde essentiële eisen van de opvoedkundige taak van de organisatie. Je kunt met functiebeschrijvingen en opdrachtenkaarten twijfels wegnemen over wat wel of niet tot de functie behoort.