Je bent directeur van een rusthuis en je vraagt aan je coördinatiearts om een informatiesessie over euthanasie te houden voor het verzorgende personeel. Hij roept de toepassing van de gewetensvrijheid in om te weigeren deze informatie te verspreiden. Hoe zal je reageren?
De wetten die abortus (strafrecht) en euthanasie (wet 28/5/2002) niet langer strafbaar stellen, voorzien wel in "gewetensvrijheid" voor de arts. Dit betekent dat professionals uit de gezondheidssector kunnen weigeren om een daad te stellen die zij als strijdig met hun overtuigingen en taken vinden.
Zij dienen de patiënt wel tijdig hun beslissing mee te delen. Inzake euthanasie, bijvoorbeeld, moet de arts de redenen van zijn weigering meedelen; inzake abortus dient hij zijn redenen niet mee te delen.
Deze gewetensvrijheid mag hier niet door de arts worden ingeroepen om het geven van een informatiesessie te weigeren. Als die taak in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, dan is het een beroepsverplichting voor de arts. Weigeren zou als een beroepsfout kunnen worden beschouwd.
Als verantwoordelijke van de instelling kan je aan je artsen vragen om hun principiële bezwaar en hun verbintenis om de patiënten te informeren schriftelijk vast te leggen. De eigenlijke gewetensvrijheid is alleen van toepassing op de medische handeling (euthanasie of abortus) zelf.
Om geen spanningen onder het personeel te veroorzaken, kan je je richten op een minnelijke schikking door een externe partij uit te nodigen om de informatie te verstrekken. Daardoor toon je respect voor de overtuiging van al je werknemers/-neemsters. In elk geval is die informatie een recht van de gebruikers: de arts kan weigeren, de instelling niet.