Je bent verantwoordelijk voor een dienstenchequebedrijf. Je maakt een analyse van de vragen en de noden van je klanten. Verschillende klanten formuleren wensen in verband met de origine, huidskleur of religieuze overtuiging van de poetshulp. Iemand weigert een poetshulp van vreemde origine, iemand anders weigert een vrouw met hoofddoek binnen te laten omdat ze "geen Bin Laden wil”, nog iemand anders vraagt expliciet om "geen zwarte poetshulpen" te sturen, omdat die klant al problemen heeft gehad met poetshulpen van Afrikaanse origine. Je vraagt je af hoe je de antidiscriminatiewetgeving kunt respecteren zonder klanten te verliezen.
Je cliënteel uit verschillende vooroordelen. Als je beslist om op hun vragen in te gaan, dan ga je zelf discrimineren. Je kan zo’n discriminatie niet rechtvaardigen met economische argumenten, bijvoorbeeld door de angst om klanten te verliezen, en evenmin door te verwijzen naar de argumenten van je klanten.
In een soortgelijke situatie vond het arbeidshof van Gent dat het zogenoemde klantenargument geen legitiem doel is om een discriminatie te rechtvaardigen.
Een dienstenchequebedrijf kan zich niet verstoppen achter de vooroordelen van zijn cliënteel.
Info over religieuze overtuigingen.
Interne procedures en goede communicatie kunnen tot positieve resultaten leiden, zowel bij je werknemers als bij je klanten. Onthoud ook dat je personeel van vreemde origine nieuw cliënteel met zich kan meebrengen.
In een commerciële context is het belangrijk om te onderhandelen met je klanten: