Je bent HR-verantwoordelijke in een gemeente en een beleidsmedewerkster ondervindt problemen om op haar werkplek te geraken. Deze vrouw lijdt aan een chronische ziekte (multiple sclerose); haar toestand gaat achteruit. Zij kan niet langer gebruik maken van het openbaar vervoer. Zij vraagt om tussen te komen in de kosten van de taxi om iedere dag naar het werk te komen. Je bent van oordeel dat dit een onredelijke aanpassing is en je weigert.
Personen met een handicap hebben recht op redelijke aanpassingen, tenzij ze onredelijk zijn.
Gebruik dit schema om na te gaan of een aanpassing redelijk is of niet. Het houdt rekening met de financiële en organisatorische impact van de aanpassing, de impact van de aanpassing op de omgeving en op de andere gebruikers, de te verwachten frequentie en duur van het gebruik van de aanpassing door personen met een handicap, de impact van de aanpassing op de levenskwaliteit van gebruikers met een handicap en het al dan niet ontbreken van gelijkwaardige alternatieven.
In dit geval kunnen de kosten voor het woon-werkverkeer door de gewestelijke fondsen worden gedragen. De aanpassing is dan redelijk.
In dit voorbeeld zou een mogelijke aanpassing kunnen zijn dat de medewerkster een deel van haar werk thuis verricht.
Als haar handicap door het gewestelijk fonds erkend is, dan zal het tussenkomen in de terugbetaling van de kosten voor aangepast vervoer.
Voor technisch advies, professionele ondersteuning of compensatiemaatregelen neem je best contact op met het regionaal fonds van het gewest waar de medewerker/-werkster woont: