De Antidiscriminatiewetgeving beschermt tegen discriminatie, maar specifieert ook uitzonderingen.
Een identiteitsgebonden onderneming is zo een uitzondering. De wet voorziet dat zij een direct onderscheid mag maken op basis van geloofsovertuiging of levensbeschouwing. Belgische jurisprudentie breidde deze uitzondering uit naar de criteria politieke en syndicale overtuiging.
Een identiteitsgebonden onderneming mag dus vragen of een kandidaat zich vindt in de ethiek van het bedrijf of van de instelling. Er kan een houding van goede trouw en loyaliteit aan de grondslag van de organisatie worden verwacht. Het gaat hier over een specifieke toepassing van de wezenlijke en bepalende beroepsvereiste.
Een identiteitsgebonden onderneming kan geen neutraliteitsbeleid hanteren, omdat het sterk verbonden is met een bepaalde identiteit. Het kan wel een diversiteitsbeleid uittekenen, dat rekening houdt met die identiteit.
🚩 De regels rond identiteitsgebonden ondernemingen moeten strikt binnen de grenzen van de wetteksten toegepast worden. Het gaat immers om een uitzondering op het discriminatieverbod.
Het gaat om twee categorieën organisaties:
Bijvoorbeeld:
Op de website van Unia vind je meer gedetailleerde informatie over veruiterlijkingen van geloofsovertuiging in het onderwijs.
Hier vind je de wettekst die deze uitzondering specifieert (artikel 13).
Het begrip veruiterlijking verwijst naar elk voorwerp, beeld, kledij en al dan niet zichtbaar symbool dat een uiting is van een religieuze, politieke of levensbeschouwelijke overtuiging:
Enkele voorbeelden: een schilderij, een standbeeld , een kledingstuk (hoofddoek, keppeltje, tulband), een kruis, een davidster, een hand van Fatima, een kirpan, politieke logo's enz. |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat met betrekking tot de islamitische hoofddoek men ervan kan uitgaan dat de gedraging gemotiveerd of geïnspireerd is door een religie of een overtuiging voor zover de vrouw meent te gehoorzamen aan “een religieuze regel en, door middel daarvan haar wil manifesteert om zich strikt aan de islamitische verplichtingen aan te passen” (E.H.R.M., 10 november 2005, Sahin/Turkije). Deze redenering geldt volgens het Hof tevens “zonder zich uit te drukken over de vraag of dit gedrag, in alle situaties, een voltooiing is van een religieuze plicht”.
Het Europees Hof neemt bijgevolg “een persoonlijke of subjectieve opvatting aan over de vrijheid van godsdienst”, naar het voorbeeld van het Hoge Gerechtshof van Canada in de zaak Amselem.
Het Hoge Gerechtshof omschrijft de godsdienstvrijheid als volgt: “de vrijheid om zich te wijden aan praktijken en een overtuiging te beleven die verbonden is aan een godsdienst, praktijken en geloofsbetuigingen die de geïnteresseerde welgemeend uitoefent en manifesteert, naargelang het geval, met als doel om te communiceren met een goddelijke entiteit of in het kader van zijn spiritueel geloof, los van de vraag of de praktijk of het geloof is voorgeschreven door een religieus dogma, dat officieel is of in overeenstemming met het standpunt van religieuze vertegenwoordigers” (Hoge Gerechtshof 30 juni 2004, Syndicat Northcrest tegen Amselem).
De rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens maakt een onderscheid tussen de religieuze overtuiging en de uiting ervan.
Die uiting krijgt concreet vorm in religieuze praktijken: eredienst, onderwijs, riten en gebruiken. Onder riten verstaan we bijvoorbeeld rituele slachtingen of de manier waarop doden worden begraven en begraafplaatsen worden ingericht.
Dit zijn drie voorbeeldsituaties waar er gesproken wordt over meerdere religies: |
Meer weten over religieuze diversiteit op de werkvloer?
Unia ontvangt veel vragen over religieuze diversiteit op de werkvloer. Het antwoord op deze vragen hangt af van het wettelijk kader. Dat is verschillend voor de publieke en de private sector en er zijn verschillende juridische principes van toepassing:
In de praktijk komt het erop neer om een evenwicht te vinden tussen deze verschillende principes.
Je kunt het schema van de module Wet downloaden en verspreiden. De pdf is toegankelijk voor screenreaders.
Klik hier voor een geschreven uitleg bij het schema.